Terug | Home
| Verder
4.
GODS EINDEXAMEN VOOR DE GEMEENTE
De
brief van Paulus aan de gemeente in Efeze bevat criteria die een
christelijke invloed in deze wereld kunnen hebben. De maatstaven kunnen
toegepast worden op individuele christelijke levens en op de gemeente
als lichaam. In Efeze 4 staan toetsstenen waaraan de gemeente haar
bediening kan toetsen. We zouden dit gedeelte Gods eindexamen voor de
gemeente kunnen noemen.
Als
dienaars van Gods volk moeten we onszelf de volgende toetsende, en niet
altijd makkelijke vragen stellen:
- Gebeurt
er in het leven van een persoon die onder de hoede van uw
gemeente is, iets dat eeuwigheidswaarde heeft (Efeziėrs 4:11)?
- Hoeveel
procent van uw gemeenteleden is actief in een bediening (Efeziėrs
4:12)?
- Resulteren
de bedieningen van uw gemeenteleden in geestelijke groei van
geloof, kennis en volwassenheid (Efeziėrs 4:13)?
- Ademt
de levensstijl van uw gemeenteleden de principes en het karakter
van Christus uit (Efeziėrs 4:13)?
- Hoeveel
procent van de leden van uw gemeente heeft een wankelbaar geloof
en is vatbaar voor misleiding (Efeziėrs 4:14)?
- Bouwen
uw gemeenteleden elkaar wederzijds op (Efeziėrs 4:16)?
- Vindt
er geestelijke groei plaats in uw gemeente? En hoe staat het met
de groei van het aantal leden (Efeziėrs 4:15)?
|
Het
is niet genoeg om bekeerlingen te maken. We moeten discipelen opbouwen,
hun geestelijke gaven ontwikkelen om hen te kunnen gebruiken voor de
grote opdracht.
Als
we geen mensen opbouwen, zakken we voor het examen.
Terug | Home
| Verder
|